Definify.com

Definition 2024


verschonen

verschonen

Dutch

Verb

verschonen

  1. to change, to replace with a clean piece of the same thing
    Ik verschoon mijn lakens regelmatig. I change my bedsheets regularly.
  2. (figuratively) to excuse, pardon

Inflection

Inflection of verschonen (weak, prefixed)
infinitive verschonen
past singular verschoonde
past participle verschoond
infinitive verschonen
gerund verschonen n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular verschoon verschoonde
2nd person sing. (jij) verschoont verschoonde
2nd person sing. (u) verschoont verschoonde
2nd person sing. (gij) verschoont verschoonde
3rd person singular verschoont verschoonde
plural verschonen verschoonden
subjunctive sing.1 verschone verschoonde
subjunctive plur.1 verschonen verschoonden
imperative sing. verschoon
imperative plur.1 verschoont
participles verschonend verschoond
1) Archaic.

Derived terms

  • verschoning

German

Verb

verschonen (third-person singular simple present verschont, past tense verschonte, past participle verschont, auxiliary haben)

  1. to spare

Conjugation